De vier belangrijkste uitdagingen voor dit en de komende jaren, zijn hoogstwaarschijnlijk – in
alfabetische volgorde :

  • de klimaatverandering
  • de pandemie
  • populisme en extremisme
  • vluchtelingen en migratie

Alle vier zijn symptomen van onze geglobaliseerde samenleving. Ze zijn grensoverschrijdend
aanwezig in alle continenten.Het wereldwijde karakter van de klimaatverandering hoeft geen betoog. Het besef van het
hoogdringend karakter ervan, is bij ons pas helemaal doorgedrongen met de overstromingen
in juli van dit jaar.

Een pandemie is een infectieziekte over heel de wereld. Begin 2020 leek covid-19 nog iets te
zijn van voorbijgaande aard. Thans beginnen we te beseffen: we gaan er moeten leren mee
leven.

Met de opmars van de taliban in Afghanistan is het moslimextremisme opnieuw actueel.
Nadat het populisme van extreem rechts in Westerse landen waaronder Vlaanderen, de dienst
ging uitmaken. Het blanke, uiterst rechts gedachtengoed lijkt wel, sinds 9/11, het spiegelbeeld
te zijn van het moslimfundamentalisme.

Miljoenen mensen zijn op de vlucht voor armoede, oorlog en/of klimaatverandering. Ze
liggen aan de basis van de huidige migratieproblematiek. Dat deze evenzeer
grensoverschrijdend is, hoeft ook al nauwelijks gezegd.
Paus Franciscus spreekt niet voor niets over ‘ons gemeenschappelijk huis’.
Dit zijn problemen die op politiek vlak moeten aangepakt worden. Het valt te betreuren dat de
Verenigde Naties niet meer macht krijgen van de staten. Want deze wereldwijde kwesties
vereisen een globale aanpak. Laat België en haar politieke partijen voortrekker zijn om
bevoegdheden op deze domeinen te delegeren naar een hoger échelon.


Maar ook het belang van een publieke opinie kan, op elk van deze vier vlakken, niet
onderschat worden. Hier speelt levensbeschouwing een grote rol. Het gaat tussen individuele
belangen en het belang van ’t algemeen, tussen egoïsme en solidariteit, tussen kortzichtigheid
en universalisme.

Roger Lenaers, die op 5 augustus 2021 overleed, schreef in een van zijn boeken: “Wij zijn
niet los te denken van al wat leeft en van het nog-niet-levende in de tijd daar nog voor, en
uiteindelijk van hetgeen bij de oerknal tot bestaan gekomen is en zich tot kosmos ontwikkeld
heeft. En dit universum zelf is niet los te denken van het goddelijk Oerwonder. Het is zijn
zelfuitdrukking. We zijn alle samen en met alles samen de zelfopenbaring van dat Oerwonder.
En dat Oerwonder is Geest, is met andere woorden leven en bewustzijn en liefde.(…) Elke
mensvorm, de primitiefste en de hoogst ontwikkelde, wordt door dat Oerwonder verwekt
opdat de liefde verder mag groeien.”(1)


Het is een poging om het christelijk Godsbesef onder woorden te brengen. Maar dat houdt
ook de opdracht in om, in al onze verhoudingen, liefde en verantwoordelijkheid ten aanzien
van onze medemensen en de schepping aan de dag te leggen. Ook op deze vier vlakken geldt
het adagium: “Als de kerk niet dient, dient ze tot niets”.


(1) Roger Lenaers, Al is er geen God-in-den-hoge, Uitgeverij Pelckmans, 2009, blz. 122
Rob

Categorieën: Teksten