Het boerenprotest en de mensonwaardige situatie in Gaza beheersen momenteel de actualiteit. Maar intussen schrijdt de opwarming van onze planeet onvermoeibaar verder. Onze neus wordt geduwd op de feiten die er het gevolg van zijn. De tropen schuiven op in de richting van Zuid-Europa. We kenden een hittegolf in september 2023 en mogen nog vóór juni 2024 zomerse dagen verwachten. In landen zoals Chili, Australië, Bangladesh en vele andere zijn heel wat pijnlijker gevolgen voelbaar. 

Vastentijd was in onze kinderjaren niet snoepen en een verstervingske doen. Voor de volwassenen: niet roken, geen alcohol, of een andere kwalijke gewoonte achterwege laten of milderen. Vanaf 1960 kwam daar Broederlijk Delen bij. Ja, dit was jarenlang het vaste ritueel voor onze veertigdagentijd.

Geen kwaad woord over dit alles. Maar moet dit in 2024 niet wat anders zijn? Toen was vasten dikwijls tot iets louter uiterlijks verworden. Hoe kan ik de veertigdagentijd een nieuwe invulling geven?

Vooreerst: tot het besef komen hoe kwetsbaar ik ben. Moderne mensen koesteren dikwijls de illusie dat ze zelf het leven maken en controleren. Totdat ze ziek worden: “Maar ik heb toch altijd gezond geleefd?”. Totdat ze hun baan verliezen, hun huwelijk spaak loopt of ze een andere zware tegenslag te verwerken krijgen. Dan herinneren ze zich misschien dat oeroude woord: “Gedenk, mens, dat je stof bent en tot stof zult weerkeren”. Neen, ik moet niet te hoog van de toren blazen. Wat heb ik dat ik niet gekregen heb? Beseffen wie ik maar ben … maar tegelijkertijd: dat ik ten diepste graag gezien ben door God, in al mijn onvolkomenheid. Dit maakt van mij een andere mens: ik word bescheiden wat mezelf betreft, en voor de ander verdraagzaam en barmhartig. Hij of zij is ook maar een mens!

Broederlijk Delen wordt meer dan wat geld geven voor weliswaar goede projecten. In deze tijd dringt tot mij door hoezeer die mensen ginder worden bedreigd door de klimaatverandering waar het Westen de grootste verantwoordelijke voor is. De broeikasgassen moeten, koste wat kost, beperkt worden. 

De veertigdagentijd krijgt binnen deze context een nieuwe betekenis. Ze doet me stilstaan bij mijn manier van leven, met name bij wat ik consumeer. Zorg ik alleen goed voor mezelf of zorg ik ook voor de komende generaties? Denk ik enkel aan mijn eigen voedsel, en aan de spullen die ik zogenaamd nodig heb, of heb ik ook oog voor mijn ecologische voetafdruk, voor de manieren waarop er geproduceerd wordt en hoe ik mijn geld besteed? Deze veertig dagen kunnen mij in gang zetten om niet langer kwistig om te springen met de rijkdommen van deze aarde en een rechtvaardig loon te geven zowel aan onze eigen boeren als aan die van het Globale Zuiden.

Dit soort vasten is niet alleen een must in mijn persoonlijk leven, maar vooral op politiek vlak – dus in ons aller stemgedrag op 9 juni.

Tenslotte, wat met het vasten in de letterlijke zin van het woord? Er zijn er die dat doen uit gezondheidsredenen of om af te slanken. Daar is niets op tegen, maar dat is niet het eigenlijke vasten. Vasten is bij sommige mensen een uiting van verdriet om een gemis, in het lichaam verankerd. Gaat er iemand dood van wie ik houd of laat een geliefde mij in de steek, dan heb ik geen zin in eten. Vasten kan uitdrukking zijn van een dieperliggend gemis in mijn leven. Dat ik ergens ben vastgelopen. Dat ik aan mezelf voorbij leef. Ik ontdek dat ik klem zit in een bepaald leefpatroon. Dat het contact tussen mezelf en mijn levensbron is geblokkeerd.

En dus gaan we daar, in Gods kracht, wat aan doen, gaan we iets wezenlijks aan ons leven veranderen. Contact herstellen: met de Levensbron en met bepaalde medemensen. Dit worden veertig dagen van waarachtige ommekeer. Zo ’n vasten wens ik jou en mezelf van harte toe.

(Rob)

Categorieën: Teksten