Het vierde gevaar

Het was op 24 februari 2022, de dag van de Russische invasie in Oekraïne, dat op deze website het artikel ‘Het gevaarlijke jaar 2022’ verscheen. Drie grote gevaren bedreigen ons in dit jaar, zo stelden we toen: een oorlog in Oekraïne, een voortwoekerende pandemie en de klimaatverandering. Spijtig genoeg worden deze vooruitzichten thans bewaarheid.

Zeker tegenover die oorlog voelen we ons machteloos. Hoe gaan we daarmee om? Bewapening, vijanddenken, stoere taal, angst; zijn dat wel de juiste reacties op het oorlogsgeweld? Of zijn we in staat om daar een geest van vredelievendheid tegenover te stellen?

De dreiging van het covidvirus lijkt voorlopig afgenomen. Maar kunnen we met een gerust gemoed weer alles doen als van tevoren? Het goede midden tussen roekeloosheid en voorzichtigheid, tussen smetvrees en ongedwongen hartelijkheid: het zal misschien nog voor jaren een moeizaam zoeken blijven.

Vooral ten aanzien van de klimaatverandering valt er nog oneindig veel werk te verzetten. Onze persoonlijke levensstijl ligt onder vuur. Al ligt de hoofdverantwoordelijkheid bij het politieke beleid. Laat dit beleid gedragen worden door een gewetensvolle publieke opinie. Deze is niet vanzelfsprekend: denk maar aan de stikstofproblematiek en aan Ventilus.

Hier moeten we nog een vierde gevaar aan toevoegen, met name de ondemocratische krachten die in talrijke landen aan de macht zijn of er de kop opsteken. Bij grootmachten zoals het Rusland van Poetin, het China van Xi Jingpin en het Brazilië van Bolsonaro hoeven we daar geen tekeningske bij te maken. Maar ook in het India vormen de hindoenationalisten, waaronder premier Narendra Modi, een bedreiging voor de grootste democratie ter wereld. Minderheden verliezen er rechten: ze moeten zich houden aan de normen, verwachtingen en regels die de meerderheid oplegt.

Zover moeten we het echter niet gaan zoeken. In het conferentiecentrum Bálna te Boedapest gaat momenteel (20 mei 2022) een bijeenkomst door van conservatieven in Europa en de Verenigde Staten, om, naar het woord van Viktor Orban, de instellingen in Washington en Brussel te ‘heroveren’. Die zijn, volgens de uiterst rechtse Hongaarse premier, ‘in handen van krachten die de westerse manier van leven waar u en wij zo van houden, vernietigen’. Wat hij hieronder verstaat kunnen we leren van de deelnemers aan de conferentie, waaronder aanhangers van Donald Trump en Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken.

Orban zet zich af tegen de ‘woke-revolutie’. Woke (van “woken up”, wakker geworden) is een term die verwijst naar bewustwording van racismeproblematiek en sociaal onrecht jegens minderheden in de samenleving. Dus gooide Orban de grenzen dicht voor vluchtelingen, perkte lgbti-rechten in en riep zichzelf uit tot voorvechter van het christelijk Europa. Hij deelt de fascinatie voor complottheorieën over ‘de grote vervanging’: het geloof dat westerse elites bewust en op grote schaal de ‘import’ organiseren van niet-westerse immigranten die de witte bevolking ‘vervangen’.

Zijn cultuuroorlog, aldus Kim Lane Scheppele (1), dient om te verhullen dat hij de democratische ruimte heeft ingeperkt. Hij deed dat door de verkiezingswetten te vervalsen en vervolgens alle onafhankelijke instellingen in te palmen die hem konden tegenspreken. Zijn regering organiseerde een internationale bijeenkomst voor rechts-conservatieve activisten, die abortus- en lgbti-rechten willen terugdraaien. Daarop waren ook Amerikaanse evangelicals, Europese conservatief-katholieke bisschoppen en orthodoxe leden van de Russische Doema aanwezig.

Wat onze eigen verantwoordelijkheid als christen en katholiek onderstreept.

————-

(1) Kim Lane Scheppele is een Amerikaanse wetenschapper in rechten en politiek. Zij is de Laurance S. Rockefeller hoogleraar sociologie en internationale zaken aan de Princeton School of Public and International Affairs en aan het University Center for Human Values ​​van Princeton University.