‘Waarom willen die mensen zich niet laten vaccineren?’, vroeg ik me verwonderd af. Voor mij was dat nooit een probleem. Dit terwijl een twaalfjarig nichtje van mij gestorven is, enkele dagen na een vaccinatie tegen valse kroep in 1957. Ik ben er, na 64 jaar, nog altijd niet goed van. En toch heeft dat noch bij mij, noch bij mijn familie een afschuw voor vaccinaties veroorzaakt. We waren tenslotte de inenting tegen de pokken gewoon. Jaren later liet ik me, na een hondenbeet, onmiddellijk inenten tegen de tetanus.

In 2021 blijkt dit voor zoveel mensen wel een probleem te zijn. Wat zijn hun redenen?

– Achterdocht omdat de farmaceutische bedrijven het coronavaccin zo vlug konden leveren.

– Desinformatie alsof het gevaarlijke nevenwerkingen zou hebben. Heel wat jongeren, maar ook hun ouders, denken dat het vaccin onvruchtbaar kan maken.

– Om nog niet te spreken over allerlei complottheorieën.

Vanwaar komen deze bizarre opvattingen?

‘Alternatieve nieuwsbronnen hebben hier een bepaalde aantrekkingskracht’ zegt de directeur van het atheneum van Lokeren. ‘Zo raken de ideeën van antivaxers verspreid.’ Het is onrustig op school. En de tijd om in gesprek te gaan is er beperkt.

Wie de officiële nieuwsbronnen volgt, krijgt heel veel degelijke informatie. Wie zich, overmand door emoties, laat leiden door wat er allemaal op de sociale media verschijnt, raakt in verwarring. En steekt vrienden en vriendinnen aan.

De farizeeën stuurden een paar van hun leerlingen naar Jezus toe, samen met een paar volgelingen van koning Herodes. Die moesten tegen Jezus zeggen: ‘Meester, u spreekt altijd de waarheid. U vertelt altijd precies wat God van ons wil. U zegt geen andere dingen om mensen een plezier te doen, of omdat u bang bent.’ (Matteüs 21, 16-17, Bijbel in Gewone Taal)

Zo begint het evangelieverhaal over de strikvraag m.b.t. het betalen van belasting aan de keizer. Wat betekent dat Jezus, ook bij zijn tegenstanders, overkwam als iemand die de waarheid nooit geweld aandeed. Hij liet zich niet afschrikken. Ook zijn volgelingen dienen dienaars van de waarheid te zijn. En dat blijkt in de huidige tijd voor vele mensen een probleem te zijn.

In een artikel met dezelfde titel in het nr. 4 van de Nieuwsbrief van 2020 vermeldden we daarvan een aantal voorbeelden. Het meest flagrant waren natuurlijk de leugens van Donald Trump. Maar er zijn ook de verdachtmakingen, het muilkorven van de pers en de doofpotoperaties, op heel wat plaatsen in de wereld. “Wie moeten we nog geloven?” is een veelgehoorde klacht.

Met een harde discussie of met dwang geraken we er over het algemeen niet. De ceo van het UZ Brussel zegt: “Is het niet normaal dat jongeren twijfels hebben? Ze hebben een eigen mening en willen gerespecteerd worden. We doen vooral niet neerbuigend en blijven herhalen: wat is het alternatief?”

Er is nog nooit zoveel goede informatie gebracht in onze kranten, op radio en tv. Maar die wordt door een aanzienlijk deel van de bevolking niet gelezen, beluisterd of bekeken. Er heerst een enorm wantrouwen tegenover ‘de elite’. Dat werd in de Verenigde Staten gedurende vier jaar door Trump aangewakkerd en verspreid. Maar ook bij ons hebben officiële instanties – ook kerkelijke – enorm veel krediet verloren. Op lange termijn is een betrouwbare overheid het beste tegengif tegen desinformatie. En dat woordje ‘overheid’ mag je gerust heel breed verstaan. Ouders en grootouders, leerkrachten en jeugdleiders, allen die een of andere verantwoordelijkheid dragen, dienen op de eerste plaats zichzelf goed te informeren en het goede voorbeeld te geven. Is dat ook niet wat God van ons wil?

Rob

Categorieën: Teksten