Fascisme lijkt iets uit de eerste helft van vorige eeuw. Daar staat tegenover dat thans in heel wat landen leiders aan de macht zijn die vervaarlijke kenmerken van het fascisme vertonen. Zijn wij er in eigen land immuun voor? En hoe zit dat met de rooms-katholieke kerk?

We kunnen hiervoor ons licht opsteken bij Jason Stanley, een Amerikaanse filosoof, hoogleraar aan de Yale University. In 2018 publiceerde hij ‘How facism works’. Joël De Ceulaer interviewde hem, kort na de bestorming van het Capitool, op 16 januari 2021. (1)

Hoe fascisme werkt

We weten tot welke misdaden fascisme kan leiden, maar hoe werkt het? Het heeft te maken, zegt Stanley, met het opstoken van xenofobie (vrees of afkeer voor vreemdelingen) en wij-zij-denken, de verheerlijking van een mythisch verleden, de nadruk op law and order en hiërarchie, en ook het cultiveren van slachtofferschap.

Het helpt niet om te focussen op individuen – op Trump bijvoorbeeld –. Dat zegt niets over structuren en cultuurveranderingen. Waar we ons zorgen over moeten maken, is een brede waaier aan bewegingen: uiterst rechts, autoritarisme, de onderdrukking van minderheden; xenofobe, machistische en corrupte politici. En er zijn ook ogenschijnlijk democratische politici met zulke neigingen. Neem de Hongaarse premier Viktor Orbán: met een meerderheid van de bevolking achter zich vernietigt hij toch de democratie.

In Amerika gebruiken velen de term ‘alt right’. Maar die maakt extremisme en white supremacy cool. Noem hen gewoon fascisten. Het is een heel spectrum, geeft Stanley toe, maar de kern is duidelijk: racisme, xenofobie, het blanke nationalisme, de strijd tegen minderheden en tegen migratie – het reserveren van het eigen land voor de eigen mensen.

In Europa heeft islamofobie het antisemitisme vervangen. Het zijn zeer vergelijkbare ideeën: vandaag zijn het de moslims die zogezegd uw landen komen overnemen.

“Wat is volgens u de beste tegenstrategie? Hoe moeten politici overal ter wereld het opnemen tegen autoritaire, xenofobe leiders?” vraagt de interviewer. “Een van de belangrijke dingen werkt alleen op de lange termijn: onderwijs.”

Dicht bij huis

Stanley leert ons om zelf op onze hoede te zijn: in ons eigen leven en in de politiek. Fascisme is een sluipend gift. De vergelijking met een virus is niet toevallig. Zoals uit de titel van het artikel blijkt, maakt Stanley zelf de band met Bart De Wever, die hij een meester in beleefde xenofobie noemt. “Het is door de geschiedenis (die van het nazisme, maar ook die van ons eigen koloniaal verleden, redactie) onder ogen te zien , dat je minder vatbaar wordt voor vormen van ultranationalisme. Dat je leert hoe hiërarchie werkt. Hoe xenofobie werkt. Ook beleefde xenofobie.”

‘Fascisme’ wordt teveel als een scheldwoord gebruikt. Alvorens het in de mond te nemen, analyseer best of de verscheidene kenmerken ervan in voldoende mate aanwezig zijn. Maar je kunt er ook de ogen voor sluiten. Dat is wellicht een nog groter gevaar. Want eenmaal dat het zich in een samenleving genesteld heeft, grijpt het er alle touwtjes in handen. Je kunt het dus best vóór zijn – inderdaad niet in het minst via onderwijs –. Ook hier in België.

Een van de grondoorzaken van radicalisering en polarisering is het gevoel niet meer mee te tellen in de maatschappij. Fascistische leiders spelen daarop in. Een goede sociale wetgeving zal, naast andere verbindende maatregelen, hun aanhang behoorlijk verminderen. 

De heilige katholieke Kerk

Ook onze eigen omgang met mensen kan fascistoïde trekjes vertonen of een mentaliteit scheppen waarin het fascisme gaat gedijen. Laten we daarom even bekijken of en hoe ons eigen katholicisme in het verleden fascistoïde trekken had. Of hoe ze er nog niet helemaal uit zijn, bijvoorbeeld op lokaal vlak. Overlopen we even de verschillende elementen die Stanley opnoemt.

Xenofobie. De huidige officiële katholieke kerk kan je daar maar moeilijk van beschuldigen. Integendeel. Paus Franciscus gaat er met alle kracht tegenin, niet enkel in zijn woorden en geschriften (‘Fratelli Tutti’), maar ook in zijn binnenkerkelijk beleid. Vreemdelingen verdienen een ereplaats in de kerk. In de plaatselijke parochies mag dit, in veel gevallen, een groter aandachtspunt zijn: om mensen van vreemde origine meer te betrekken in het beleid, en om de diaconie t.a.v. deze mensen structureel te verankeren in de pastoraal.

Het wij-zij-denken. Dit kunnen we een algemeen verschijnsel noemen in het geheel van de samenleving. Geen enkele familie, voetbalploeg, vereniging, dorp of stad, gewest of land is daar immuun voor. Wat de kerk betreft, het gevaar voor wij-zij-denken is niet denkbeeldig. In het verleden was het zelfs overmatig aanwezig. Simplistisch gezegd: wij zijn de goeden en zij zijn de slechten. Als klein kind beschouwde ik al wie niet ‘van ons gedacht’ waren als slechte mensen: protestanten, socialisten, Russen en Duitsers (het was kort na de oorlog). Thans lijkt dit euvel in onze streken op kerkelijk vlak bezworen. Godsdienstvrijheid, niet enkel voor onszelf maar ook voor anderen, mogen we momenteel als een verworvenheid beschouwen.

De verheerlijking van een mythisch verleden. Bij uiterst rechts is dit meestal aanwezig. En wordt geprobeerd daarmee zelfs in het onderwijs binnen te dringen. In de kerk zijn we realistischer geworden. We hebben – dikwijls met schaamte – erkend dat ons verleden niet altijd zo fraai was. Toch zijn er nog heel wat overblijfsels van dat mythisch verleden in de kerk aanwezig, bijvoorbeeld in de kunst of in de manier waarop we de Bijbel verstaan. Degelijke kerkgeschiedenis en exegese zijn een sterk tegengif.

De nadruk op law and order en hiërarchie. Ja, dat blijft de achillespees van ons kerkbestel. Het tweede Vaticaans concilie was nochtans zo goed begonnen: met de kerk als volk van God. Gezag is dienstbaarheid. Het staat overduidelijk in het evangelie. Zodra een gemeenschap – ook een gelovige gemeenschap – zich gaat structureren, gaat men gemakkelijk de autoritaire toer op. Wetten en structuren zijn noodzakelijk. Laat ook zelfkritiek, inspraak en permanente evaluatie tot deze structuur behoren. Te beginnen op plaatselijk vlak met overijverige pastoors.

Het cultiveren van slachtofferschap. Het valt op hoe het calimerocomplex aanwezig is bij extremistische partijen die de macht – nog – niet hebben. Het moet hen de kans geven om boven hun gewicht te boksen. Het is schijnend hoe ze dan zelf met minderheden omgaan, eens ze die macht hebben verworven. Hier bij ons is het katholicisme een minderheid geworden. Het is een hele kunst om een goed evenwicht te vinden tussen het loslaten van de privileges waarover de Kerk in het verleden beschikte en een gezonde assertiviteit.

Machistische en corrupte politici. Zijn die er ook in ons land? Ongetwijfeld, maar ze vormen een minderheid. In tegenstelling tot een bepaalde publieke opinie die beweert ‘Alle politici zijn zakkenvullers’. Hier speelt eerder het trumpisme in de betekenis van ‘politieke beweging die is ontstaan in reactie op het als elitair beschouwde politieke establishment’. In de katholieke Kerk hier bij ons zijn dit soort gezagsdragers uitzonderingen. Wat niet betekent dat ze niet ontmaskerd en bestreden moeten worden.

Besluit

Wat de katholieke Kerk van België betreft zitten we, m.b.t. de voedingsbodem van fascisme, relatief safe. Een goeie vijftig jaar geleden was dit waarschijnlijk minder het geval. Er zijn andere maatschappijen waar het er veel minder goed aan toe gaat. Vraag is dan of we als christen geen grotere verantwoordelijkheid hebben om de gevaren voor onze democratie te detecteren en te bekampen.

——————

(1) https://www.demorgen.be/nieuws/filosoof-jason-stanley-bart-de-wever-is-een-meester-in-beleefde-xenofobie~b6231431e/ 

Categorieën: Teksten