Kristien Hemmerechts

‘Noem me alsjeblieft geen bekeerlinge.’ Schrijfster Kristien Hemmerechts gaat sinds begin dit jaar elke zondag naar de mis in de Antwerpse Sint-Carolus Borromeuskerk en op woensdag naar een gebedsviering van de Gemeenschap van Sant’Egidio. ‘Ik voel me er thuis. Daar ben ik in Gods handen. Of God mij geroepen heeft? Zo is het niet gegaan. Ik heb tegen mezelf gezegd: Kristien, aanvaard dat nu maar. Sindsdien ben ik veel gelukkiger.’ Aan het einde van een lang gesprek zegt Kristien Hemmerechts al lachend: ‘Ik ben nog altijd een zondige vrouw, maar ik heb de voorbije maanden wel geleerd om te aanvaarden dat er iets is wat het menselijke overstijgt.’

Zo begint het interview met Kristien Hemmerechts in Knack van 1 september 2021. Daags daarop gaf ze hierbij toelichting in ‘De afspraak’ op Canvas, in een interessante confrontatie met Herman Van Rompuy. Die gebruikte het woordje ‘geloof’ waar Hemmerechts zich daartegen verzet. Omdat dat woord bij haar nog de oude klank heeft van ‘geloofswaarheden aannemen’. Terwijl ze zelf de meer Bijbelse betekenis van basisvertrouwen aanhangt.

Ook Van Rompuy blijkt op het gebied van geloven geen foutloos parcours te hebben gereden. Zo verstonden beide elkaar, hoezeer ze ook van elkaar verschillen. Kerkkritiek verzinkt bij allebei in het niet ten aanzien van het evangelie van godsvertrouwen, barmhartigheid en naastenliefde. Bij Hemmerechts speelt ook de gemeenschap van Sant’Egidio een grote rol. Christen zijn zonder deel uit te maken van een levenwekkende gemeenschap lijkt toch wel een moeilijke zaak.

De ene christelijke gemeenschap is ook de andere niet. We kennen de basisgemeenschappen vanuit Latijns-Amerika. Daar zijn de armen subjecten: ze dragen hun kleine christelijke gemeenschap. Sant’Egidio heeft ook veel aandacht voor armen en noodlijdenden. Daar zijn deze eerder voorwerp van christelijke naastenliefde. De gezagsgetrouwheid aan Rome speelt bij hen ook een grotere rol.

Hoe dan ook, het christendom heeft niet afgedaan. Maar wel op twee voorwaarden: dat we de oude dogmatisch formuleringen laten voor wat ze zijn: eerbiedwaardige relieken uit het verleden. En vooral: dat we gemeenschap vormen rond Jezus en zijn evangelie, met een praxis ten aanzien van (en liefst ook samen met) mensen in armoede, vluchtelingen en de andere slachtoffers van het kwaad dat deze aarde in onze dagen treft.

Rob