De gebeurtenissen in Washington met de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 illustreren onderstaand bericht dat verscheen in onze laatste Nieuwsbrief. Ze onderstrepen de noodzaak om de democratie te verdedigen. De kerkelijke gezagsdragers, in de Verenigde Staten, hier bij ons en in het Vaticaan moeten hierin het voortouw nemen. En, al is het maar om geloofwaardig te zijn, die ook binnenkerkelijk meer en meer gaan toepassen.
We stellen vast dat er momenteel twee soorten christendom bestaan. Het ene, dat wij het best kennen, is open en sociaal. Er heerst respect voor en samenwerking met zogenaamd andersdenkenden. Het probeert kerk te zijn in dienst van de wereld. Het tweede is grondig overtuigd van het eigen gelijk. Het heeft min of meer fundamentalistische trekjes. En staat niet open voor dialoog.
Dit soort christendom treedt thans op de voorgrond in katholieke landen zoals Hongarije en Polen. Het biedt een ideologische basis voor het ondermijnen van de rechtsstaat. Wat zich vertaalt in een aantasting van de vrije meningsuiting, met name in het bestrijden van een onafhankelijke pers. En in een afbouwen van de scheiding der machten: rechters moeten zich schikken naar de standpunten van de politieke overheid. Dit leidt tot een conflict met de Europese Unie waar deze landen nochtans lid van zijn.
Deze tweede stroming lijkt nog sterker aanwezig te zijn in de Verenigde Staten. De recente verkiezingsstrijd maakte duidelijk hoeveel ‘christenen’ lak hebben aan democratie, verdraagzaamheid en respect. Hier zijn het minder katholieken, dan wel vooral protestantse ‘evangelicals’ die een dergelijk christendom aanhangen.
Hoe is een en ander te verklaren?
We vergeten soms dat ons eigen katholicisme de voorbije zestig jaar een grondige transformatie heeft doorgemaakt. Heel wat trekken van het gesloten christendom waren tot voor kort ook bij ons overvloedig aanwezig. Verschillende factoren hebben tot een evolutie geleid. We vernoemen er drie.
Bij arbeiders vond het ‘zien – oordelen – handelen’ van Jozef Cardijn ingang. Het nodigde in eerste instantie uit de werkelijkheid onbevooroordeeld te beschouwen. Niet het eigen oordeel, geloof of ideologie komt op de eerste plaats, maar de werkelijkheid zoals ze zich aandient. Voordien was dat veel minder het geval. Christenen bekeken de werkelijkheid eerst en vooral met de ogen van het geloof waarin ze waren opgevoed, en vormden zich daar al vlug een oordeel over, om niet te zeggen een veroordeling. Met deze nieuwe methode nam men – in KAJ-groepen bijvoorbeeld – ruim de tijd om de werkelijkheid zoals ze is tot zich te laten doordringen.
In katholieke intellectuele kringen maakte het boek ‘Geloof en wereld’ van A. Dondeyne ophef (Patmos, 1961). In het Woord Vooraf luidt het: “De christengelovige is een mens als de anderen, onder de anderen, met de anderen. Mens-zijn betekent, zowel voor de gelovige als de ongelovige, medemens-zijn, in een voortdurend gesprek met al zijn medemensen betrokken zijn.” Waar ‘kritisch denken’ voordien de negatieve klank had van rebels en opstandig, kreeg het in die jaren de betekenis van volwassen en opbouwend.
Een derde factor was natuurlijk het tweede Vaticaans concilie (1962-65). Van meet af aan ging het er ook over ‘de tekenen van de tijd’, een uitdrukking ontleend aan het evangelie (Matteüs 16, 3 en Lucas 12, 56). Paus Johannes XXIII wou een ‘aggiornamento’ doorvoeren, de kerk bij de tijd brengen. Theologie en pastoraal waren niet langer het herhalen van eeuwenoude gedachten en praktijken. Ze werden her-dacht in functie van de veranderende cultuur.
In Oost-Europa en de V.S
Deze evolutie vond weinig of niet plaats in Oost-Europa. Ten gevolge van de Sovjet-Russische overheersing. Christenen benadrukten hun eigen identiteit in oppositie met het communistisch regime. Dit belette hen om te evolueren. De katholieken in Polen, Hongarije, Slovenië, Kroatië, Litouwen,… bleven vasthouden aan het geloof ‘van vóór het concilie’. In de orthodoxe wereld had de Verlichting, met haar waarden van vrijheid en gelijkheid, nauwelijks ingang gevonden. Na de val van het communisme ging de orthodoxie, erfgenaam van de Byzantijnse visie, helemaal aan de kant staan van het nieuwe gezag.
Het protestantisme ging zich uitsplitsen in twee richtingen. Bij ons bijvoorbeeld had je de Verenigde Protestantse Kerk in België en de evangelische kerken. In de eerste was er, vooral op gebied van Bijbelstudie, ruimte voor kritisch-wetenschappelijk denken. De evangelische kerken, die de voorbije decennia aan belang wonnen, hielden stevig vast aan de traditie en beschouwden een literaire benadering van de Bijbel als ongelovige nieuwlichterij.
Bij vele protestanten van de Verenigde Staten overheerst deze tweede benadering. Bij de Amerikaanse katholieken is dit veel minder het geval. Katholieken hebben er steeds baat gehad van de democratische rechtsstaat. Want die bood hen de kans uit hun situatie van tweederangsburgers weg te geraken. En Joe Biden is ook zelf katholiek.
Compromis?
Met de verschillende benadering van de Bijbel, zowel in Europa als in Amerika, hangt een maatschappelijk-politieke opstelling samen. Denk aan het al of niet aanvaarden van een andere seksuele geaardheid, van de emancipatie van de vrouw en van de evolutieleer. Veel fundamentalistische christenen zouden maar al te graag Bijbelse wetten van het Oude Testament de voorrang geven op de burgerlijke wetten.
Zij hebben de trein van de moderniteit gemist. De officiële rooms-katholieke kerk van haar kant koos ofwel de zijde van het verleden, ofwel die van het compromis. Vraag is of er hier, als het over de grond van de zaak gaat, een compromis mogelijk is. Hoe kan het geloof gist in het deeg zijn, hoe kunnen geloof en wereld elkaar wederzijds bevruchten als er sprake is van principiële vijandigheid? Moeten de bisschoppen, in een groot aantal kwesties, niet de weg naar een meer menswaardige toekomst aanwijzen en hun gelovigen op deze weg begeleiden?
‘Leer alle gelovigen van uw kerk de tekenen van deze tijd verstaan
en maak hen trouw in de beleving van uw evangelie.
Maak ons herbergzaam van hart voor alle mensen rondom ons;
dat wij delend in hun vragen en hun pijn, in hun vreugden en hun hoop
samen met hen de weg gaan die naar uw liefde leidt.’
(eucharistisch gebed XI B, met aanpassing in de laatste regel)
Rob