Derek Chauvin werd veroordeeld: je weet wel, de politieagent met zijn knie op de nek van George Floyd. Opluchting alom, alhoewel…
Is dit niet een gevoel dat ook jou soms bekruipt? Je hebt alle sympathie voor het slachtoffer. Je deelt in de algemene verontwaardiging. De toegebrachte schade is inderdaad enorm. In dit geval: het leven van een mens. En toch vraag je je af of de dader wel zo ’n strenge beoordeling verdient. Zijn er geen verzachtende omstandigheden? Je gaat op zoek naar redenen voor het, weliswaar laakbaar, gedrag van de agent. Je vraagt je zelfs stiekem af: heeft het slachtoffer het niet voor een deel zelf gezocht?
Deze laatste vraag kan spontaan opkomen wanneer je voor het eerst hoort van een soortgelijk incident. Ik heb het hier over gebeurtenissen waarbij vrouwen, homo’s, vreemdelingen, mensen in armoede, asielzoekers,… betrokken zijn. Zelfs al beschik je niet over de noodzakelijke informatie met betrekking tot wat zich heeft voorgedaan, je gaat het slachtoffer spontaan minstens medeverantwoordelijk houden voor wat hem of haar werd aangedaan.
Hoe dat komt? Omdat vele oordelen gebaseerd zijn niet op feiten, maar op je eigen positie. In mijn geval: die van een witte, hetero, gegoede, Vlaamse man. Omdat je je, zonder het te beseffen, in een bevoorrechte positie bevindt en, onbewust, vreest deze positie te moeten prijsgeven.
Vlugge oordelen zijn dikwijls het gevolg van spontane angstgevoelens. Om die angst te bezweren, ga je met een geruststellende verklaring wegvluchten van die angst. Een typisch voorbeeld hiervan is een auto-ongeval waarvan je hoort. Je gaat onverwijld op zoek naar een verklaring: “Die vent was zat zeker” of “die reed te vlug”, in het beste geval “die heeft toch niet goed opgelet” (met onderliggend: ik let altijd goed op, dus zal mij dat niet overkomen…) en als bij toverslag is de angst reeds flink gereduceerd.
Zou je niet beter vertrekken van het onderkennen van die angst? Immers, angst hebben voor een situatie of een persoon, die we minder of helemaal niet kennen, speelt in het mechanisme van discriminatie een niet te miskennen rol. Onbekend is onbemind. We hebben er meestal geen benul van wat het is altijd opnieuw geviseerd of scheef bekeken te worden: als arme, als jonge migrant, enzovoort. Je helpt je naaste vooruit als je jezelf toelaat deze mens beter te leren kennen. En dat kost bijwijlen (veel) meer moeite dan keer op keer van je angst weg te vluchten.
George Floyd leert me te beseffen hoe er heel wat mensen zijn die zich in een veel kwetsbaarder situatie bevinden dan ikzelf. In zijn geval opent hij mijn ogen voor de discriminatie waarvan, niet alleen in de Verenigde Staten, mensen die er anders uitzien of die behoren tot een andere groep dan de mijne, meer dan ik vermoed, het slachtoffer zijn. Hij leert me, niet alleen in mijn oordeel, maar ook in mijn omgaan met deze mensen daar, als het ware empathisch, rekening mee te houden, en zo mogelijk met hen nauwer contact op te nemen.
Rob (met aanvullingen van Piet en Isabel)