20 juni is Wereldvluchtelingendag, in het Engels World Refugee Day. Die dag werd in 2000 ingesteld door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, om begrip voor vluchtelingen aan te kaarten en hun bijdragen aan de vrede te vieren.
Vandaag denken we bij ‘vluchtelingen’ wellicht aan de Oekraïners die hier worden opgevangen. Maar, net als elders in de wereld, bevindt het merendeel van deze vluchtelingen zich in eigen land. Hun huis is dikwijls in flarden geschoten, ze hebben dierbare familieleden verloren, en zochten daarop een onderkomen op de eerste plaats in Oekraïne zelf, ofwel in naburige landen zoals Polen.
Hetzelfde geldt voor wie op de vlucht zijn in andere delen van de wereld. Slechts een klein deel zoekt asiel in Europa. De grote meerderheid vlucht naar een buurland. De meeste van de landen die vluchtelingen opvangen zijn lage- en middeninkomenslanden. 86% van alle vluchtelingen wordt opgevangen in ontwikkelingslanden. Ongeveer 10 miljoen mensen zijn momenteel langdurig op de vlucht. Zij leven vaak in slechte omstandigheden, zonder toekomstperspectief, en hopen op betere tijden.
Het beste zou natuurlijk zijn als mensen niet hóefden te vluchten. Maar daarvoor moeten we de oorzaken aanpakken en dat zijn: oorlog, klimaatverandering en armoede. Het geweld in Oost-Congo heeft, alleen in 2021, meer dan een miljoen Congolezen op de vlucht gejaagd. Op 1 juni 2022 zijn, volgens de Verenigde Naties, 117.000 mensen de provincie Noord-Kivu ontvlucht. Dit gebeurde nadat gevechten tussen de M23-rebellen en het Congolese leger opnieuw de kop hadden opgestoken. Op 2 februari bleek zelfs een vluchtelingenkamp in het noordelijker gelegen Ituri niet veilig. Die dag vielen minstens 40 doden bij een aanval op dit kamp.
De meest schrijnende armoedesituatie doet zich momenteel ongetwijfeld voor in de Hoorn van Afrika. Terwijl Oekraïne in de wereldopinie de meeste aandacht opeist, spelen zich daar thans, in juni 2022, ongelooflijke taferelen af. Oxfam en Save the Children slaan alarm over de voedselcrisis in Ethiopië, Kenia en Somalië. Gemiddeld elke 48 seconden sterft er één persoon door acute honger. De klimaatcrisis, de oorlog in Oekraïne en COVID-19 liggen aan de basis van het voedseltekort. Maar ook het beleid schiet in deze landen schromelijk tekort.
In Somalië en Ethiopië worden veel mensen geconfronteerd met acute honger, vooral vrouwen zijn het slachtoffer. In Kenia lijden bovendien 3,5 miljoen mensen honger op crisisniveau. De Verenigde Naties waarschuwen dat 350.000 Somalische kinderen kunnen sterven tegen de zomer van dit jaar, als wereldleiders en internationale organisaties de voedselonzekerheid en ondervoeding niet onmiddellijk aanpakken. Het aantal mensen dat zich in een crisissituatie bevindt in Ethiopië, Kenia en Somalië is sinds vorig jaar meer dan verdubbeld, het gaat nu om zo’n 23 miljoen mensen.
Deze mensen hebben zelfs de mogelijkheden niet om nog op de vlucht te slaan. Hopelijk komt er, tegen dat dit artikel verschijnt, op wereldvlak en hier bij ons, een grootscheepse actie op gang om deze mensen te redden van de hongerdood. Zonder de vermelde oorzaken uit het oog te verliezen.
(Rob)