Zo luidt de verrassende titel van een essay van Tomás Halik. Deze Halik is niet de eerste de beste. Hij is Tsjechische priester, 71 jaar, theoloog, filosoof en psycholoog. Hij was vertrouweling van president Havel en van de Tsjechische aartsbisschop, en hoogleraar filosofie en sociologie aan de beroemde Karelsuniversiteit te Praag. Tomás Halik is een van de meest toonaangevende rooms-katholieke denkers van het moment.

Ik kreeg deze tekst doorgespeeld zowel door onze deken Michel Roggeman. Deze noemt hem  “de moeite waard om even te overwegen”. Ik zou eraan toevoegen “en hem in onze kerkelijke praktijk om te zetten”.

De lege kerken – het lege graf

Aanvankelijk, begint Halik, dachten velen dat de epidemie een kortstondige black-out zou brengen. Maar we gaan niet snel terug naar het normale. Het is tijd om de diepgaande implicaties van de klap die onze wereld hier oploopt te onderzoeken. Welke uitdagingen brengt deze situatie mee voor het christendom, de kerk – één van de eerste mondiale spelers – en de theologie?

In de lege en gesloten kerken zie ik, als priester en theoloog, een teken en een uitdaging van God. Neen, zeker niet als van een kwaadaardige en wraakzuchtige God. Dit is een visie die al eeuwen koren op de molen van het atheïsme is. Ik zie Hem integendeel als een bron van kracht, die zichtbaar wordt in mensen die solidariteit en opofferingsgezindheid tonen – ook in hen  die geen ‘religieuze motivatie’ voor hun acties hebben –.

Ik vraag me af of deze tijd van lege en gesloten kerken niet een waarschuwend visioen is van wat ons in de nabije toekomst te wachten staat. Zijn we al niet genoeg gewaarschuwd door de ontwikkeling in vele landen, waar steeds meer kerken, kloosters en seminaries leeglopen en sluiten? We moeten ons realiseren dat er opnieuw een hoofdstuk uit de geschiedenis van het christendom ten einde aan het komen is. Het is tijd om ons voor te bereiden op een nieuw.

Misschien staan de lege kerkgebouwen symbool voor de leegte in de kerken. We hebben ons te veel bezig gehouden met het bekeren van ‘de wereld’, en minder met het bekeren van onszelf. Dat bekeren betekent een radicale verandering van een statisch ‘christen zijn’ in een dynamisch ‘christen worden’.

De huidige onthouding van kerkelijke vieringen moeten we zien als ‘kairos’: een kans om tot stilstand te komen en tot een diepgaande reflectie vóór God en met God. Niet proberen terug te keren naar een wereld die niet meer bestaat, noch ons vertrouwen stellen op hervormingen binnen de structuur van de kerk. Wel een wending naar het hart van het evangelie, de diepte in.

Onze kerken waren dit jaar met Pasen leeg. Daarbuiten lazen we de passages uit het evangelie over het lege graf. Als de leegte van de kerkgebouwen ons doen denken aan de lege tombe, laat ons dan niet de stem van boven negeren: “Hij is niet hier. Hij is opgestaan. Hij is voor jullie uitgegaan naar Galilea.”

Waar bevindt zich het hedendaagse Galilea?

Op de dag van zijn pauselijke verkiezing citeerde kardinaal Bergoglio een passage uit de Bijbel, waarin Jezus voor de deur staat en aanklopt. Bergoglio zei: “Vandaag klopt Christus van binnenuit de kerk en wil hij naar buiten treden.” Wellicht is dat wat hij zojuist gedaan heeft.

In onze wereld neemt het aantal ‘blijvers’ af: dit zijn zij die zich blijvend met de traditionele religie identificeren, maar ook zij die zich blijvend  thuis voelen bij een dogmatisch atheïsme. Dat terwijl het aantal ‘zoekers’ toeneemt. Want het grootste onderscheid bestaat niet langer tussen hen die zich als gelovers en hen die zich als niet-gelovers beschouwen. De zoekers bevinden zich zowel onder gelovigen als onder niet-gelovigen. Voor gelovigen is geloven niet een ‘nalatenschap’, maar een weg. En deze niet-gelovigen wijzen wel veel bestaande religieuze voorstellingen af, maar hebben toch een verlangen naar een bron die hun dorst naar zin kan lessen. Daarnaast stijgt ook het aantal mensen aan wie religieuze vragen en traditionele reacties daarop voorbijgaan.

Ik ben ervan overtuigd dat het ‘hedendaagse Galilea’, waar we naartoe moeten om de God te vinden die door de dood is heengegaan, de wereld van de zoekers is. De bevrijdingstheologie leerde ons om Christus te zoeken tussen de mensen aan de rand van de samenleving. We moeten hem ook zoeken tussen de mensen aan de rand van de kerk. En daarvoor moeten we om te beginnen veel loslaten.

We moeten onze oude voorstellingen van Christus laten varen. En we moeten ons op bekering gerichte streven laten varen. Niet proberen om de zoekers zo snel mogelijk te bekeren om hen in onze institutionele kerk te persen. Ook Jezus, die de ‘verloren schapen van het huis van Israël’ zocht; leidde hen niet terug binnen de grenzen van de joodse religie van die tijd. Hij wist dat nieuwe wijn in nieuwe zakken gegoten diende te worden.

De Heer heeft van binnenuit geklopt, en is naar buiten getreden. Het is onze taak om hem te zoeken en te volgen. Aan het begin van haar geschiedenis maakte de vroege kerk de vernietiging van de tempel mee. De joden vonden een moedig en creatief antwoord: ze vervingen het altaar van de verwoeste tempel door de tafel van het joodse gezin. De christenen, verbannen uit de synagoge, zochten hun nieuwe identiteit. Op de ruïnes van de traditie leerden joden en christenen de oudtestamentische wet en profeten opnieuw te lezen en uit te leggen. Bevinden we ons in deze tijd niet in een soortgelijke situatie? Roept deze tijd van ingrijpende culturele verandering niet om een nieuwe theologie van de eigentijdse geschiedenis, en een nieuw begrip van kerk-zijn?

We kunnen deze coronacrisis, met zijn lege en stille kerken, beschouwen als een tijdelijke maatregel die we snel weer zullen vergeten. Maar we kunnen deze tijd ook omarmen als kairos, als het juiste moment voor verandering, om te zoeken naar een nieuwe identiteit voor het christendom in een wereld die in onze ogen radicaal verandert. Want de huidige pandemie is niet de enige mondiale dreiging waar onze wereld nu en in de toekomst mee te maken krijgt.

Laten we in deze Paastijd de levende niet onder de doden zoeken en niet in de war raken als hij ons als een vreemde voorkomt. We zullen hem herkennen aan de geest die vrede brengt en angst verjaagt.

De volledige tekst van de Tsjechische priester en theoloog Tomás Halik verscheen in Die Welt, America Magazine, en andere internationale media.

Categorieën: Teksten